Agumenten over welstandsadvies niet zonder motivatie terzijde schuiven. Argumenten die zien op het welstandsadvies konden zonder motivatie terzijde geschoven worden, tenzij er een deskundig tegenadvies werd overgelegd. Deze tijden zijn voorbij. Het college mag, hoewel het niet aan een welstandsadvies is gebonden en de verant- woordelijkheid voor welstands- toetsing bij het college ligt, aan het welstandsadvies in beginsel doorslaggevende betekenis toekennen. Tenzij het advies zodanige gebreken vertoont dat het college dit niet – of niet zonder meer – aan zijn oordeel omtrent de welstand ten grondslag heeft mogen leggen, behoeft het overnemen van een wel- standsadvies in beginsel geen nadere toelichting. Dit is anders indien de aanvrager of een derde-belanghebbende een deskundig tegenadvies overlegt. Tot zover niets nieuws. De ABRS heeft hier echter in recente uitspraken aan toegevoegd dat het overnemen van een welstandsadvies ook nadere toelichting behoeft als de aanvrager of derde-belanghebbende gemotiveerd aanvoert dat het welstands- advies in strijd is met de volgens de welstandsnota geldende criteria. Hierbij maakt de Afdeling nog wel de nuancering dat een welstands- nota criteria kan bevatten die zich naar hun aard beter lenen voor beoordeling door een deskundige dan voor beoor- deling door een aanvrager of derde-belanghebbende. De uitspraken zijn te vinden in de links hieronder.
Een vrijstelling verleend op basis van de oude WRO behoudt zijn werking. Zo heeft de voorzieningen- rechter van de rechtbank Arnhem geoordeeld in zijn uitspraak van 17 juli 2009. De aanvraag om bouwvergunning van na 1 juli 2008 moet getoetst worden aan het verleende vrijstellingsbesluit. Op de bouwvergunning is ook het oude recht van toepassing. De voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem had eerder een andersluidende uitspraak gedaan. In zijn uitspraak van 22 april 2009 heeft de voorzieningenrechter namelijk geoordeeld dat een bouwaanvraag ingediend na 1 juli 2008 niet met een vrijstelling onder de oude WRO verleend kan worden. De vrijstelling zou zijn werking hebben verloren. Met deze twee uitspraken is onduidelijk welke kant de jurisprudentie opgaat. Het is afwachten welke uitspraak de rechtbanken en de ABRS zullen volgen. Beide uitspraken zijn te vinden in de links hieronder.